Kleding
Home / Materiaal / Kleding
Laagjes
Kleding
- Laagjes
- Terrein
- Weersomstandigheden
Welke kleding neem je mee?
Je zult tijdens je thru-hike verschillende weersomstandigheden tegenkomen. De ene keer is het nat en staat er veel wind, de andere keer is het bloedheet en lopen de zweetdruppels van je voorhoofd. Met de juiste kleding krijg je het niet koud, blijf je droog en fris. De kunst is om zo weinig mogelijk kleding mee te nemen maar je toch comfortabel te kunnen kleden in elke situatie. Het geheim? Kleden in laagjes. Of het nu warm of koud is, laagjes bieden uitkomst.
Bovenlichaam
Voor je bovenlichaam ziet het lagensysteem er zo uit.
Eerste laag: t-shirt of long sleeve van merinowol of synthetisch
De basislaag. Kies hiervoor altijd merinowol of syntetisch materiaal. Merinowol behoudt zijn isolerende werking als het nat wordt en gaat niet snel stinken. Blijf weg van katoenen t-shirts, je zult er veel in zweten en ze kunnen gaan schuren.
Tweede laag: (fleece)vest of pullover voor een isolerende werking
De tweede laag trek je aan om niet te veel warmte te verliezen. Het (fleece)vest houdt de lucht stil waardoor je als het ware een extra laag creëert. Ideaal voor de ochtend als je begint met hiken. Als het te warm wordt kun je deze laag natuurlijk altijd uittrekken.
Derde laag: ademende en waterdichte hardshell tegen de regen
De volgende laag beschermt je tegen wind en regen. Die zorgt ervoor dat je andere laagjes droog blijven en hun werking behouden. Onmisbaar op je thru-hikes al zal deze laag (hopelijk) veel in je tas blijven zitten.
Vierde laag: isolerende (dons)jas voor wanneer je koud wordt
Als je bent aangekomen in de hut of op je kampeerplek en geniet van het uitzicht, koel je snel af. Een isolerende (dons)jas biedt uitkomst op deze momenten. Mocht het nu echt koud zijn tijdens het hiken, dan kun je deze jas ook aandoen voor een extra laag. Zorg er altijd voor dat je donsjas droog blijft zodat de isolerende werking niet verloren gaat.
Onderlichaam
Voor je onderlichaam kun je ook prima met een lagensysteem werken.
Eerste laag: legging voor wanneer het echt koud wordt
Een legging kan fijn zijn als onderlaag. Bijvoorbeeld in de ochtend of op de wat koudere momenten. Trek je legging uit als je gaat zweten. Je kan een legging natuurlijk ook gebruiken als wandelbroek.
Tweede laag: lange (afrits)wandelbroek
Een fijne (afritsbare)wandelbroek kun je als basis- of tweede laag gebruiken als het wat kouder is. Zorg ervoor dat deze broek ademend en sneldrogend is voor optimaal comfort.
Derde laag: wind- en waterdichte wandelbroek
Deze laag beschermt je tegen regen en wind. Doe hem als het droog en warm genoeg is snel uit zodat je benen weer wat lucht krijgen.
Door je optimaal te kleden in laagjes en ze afhankelijk van het weer en de omstandigheden aan of uit te doen, kan je lichaam optimaal functioneren zonder overmatig te zweten of extra energie te verbruiken om warm te blijven. Zo blijft je energie op peil!
Sokken en ondergoed
Je voeten krijgen heel wat te verduren tijdens de langeafstandswandeling. Met de juiste sokken voorkom je blaren en andere pijnlijke plekken op je voeten. Goede sokken zorgen voor vochtafvoer en schokdemping. Belangrijk is dat de sok die je kiest, past bij de schoen waar je op loopt. De sok vult de ruimte op zodat je voet niet gaat schuiven. Probeer dikke en dunnere sokken uit en kies wat het beste past. Kies ook materiaal dat je fijn vindt lopen en ook hiervoor geldt weer: blijf weg van katoen.
Je ondergoed moet natuurlijk ook comfortabel zitten en niet gaan schuren tijdens het vele lopen. Kies materiaal dat vocht- en temperatuurregulerend werkt en dat lekker zit. Doe dit al aan op je voorbereidende lange wandelingen vooraf, zodat je zeker weet dat je het juiste ondergoed hebt gekozen.